Winnaar 2004
Thijs Rinsema

(Foto: Boom uitgevers / Wilbert Bijzitter)

Juryrapport
Thijs Rinsema is winnaar van de Henk Boerwinkel Cultuurprijs 2004. Een belangrijke reden is het verschijnen dit jaar van het boek Joden in Meppel 1940-1945. In dit standaardwerk, beschrijft auteur Thijs Rinsema minutieus hoe de relatief grote groep joodse inwoners van Meppel via een zorgvuldig voorbereid plan uit Meppel verdween om er nooit meer terug te keren.
Eveneens belangrijk voor Meppel zijn de talrijke boeken, brochures en publicaties van de auteur net als de vele activiteiten die er voor zorgen dat Meppels cultureel erfgoed gekoesterd wordt. In dit verband als voorbeeld het opknappen van de joodse begraafplaats in samenwerking met leerlingen en docenten van het voortgezet onderwijs.
Of het nu een proefschrift of lesbrief voor het lager onderwijs is, steeds weer staat bij Thijs Rinsema voorop dat het wetenschappelijk verantwoord moet zijn maar in principe voor iedereen leesbaar. Door deze wijze van schrijven wordt een zeer groot publiek bereikt.

Rinsema, die farmacie in Groningen heeft gestudeerd en vele jaren een apotheek had in Meppel startte op latere leeftijd nogmaals een universitaire studie: cultuurwetenschappen. Na zijn afstuderen promoveerde hij aan de universiteit in Leiden. Farmacie en cultuurwetenschappen kwamen samen in zijn proefschrift De natuur voorbij. Ook daarin werd Meppel niet vergeten want een deel handelt over de historie van Brocades. Door de synthetische geneesmiddelenontwikkeling van een aantal grote farmaceutische bedrijven vanuit cultuurhistorisch perspectief te onderzoeken (bijvoorbeeld de bedrijfsvoering en de wijze van in de markt zetten van de geneesmiddelen) kwamen er opmerkelijke feiten voor het eerst boven water.

Onder eigen naam, in de Meppeler Courant, het blad van Oud Meppel en de afgelopen jaren onder de vlag van Stichting Historie in Perspectief die hij samen met zijn levenspartner Conny Weide heeft opgezet, toont Thijs Rinsema zijn veelzijdigheid, zijn enthousiaste schrijverschap, zijn grote betrokkenheid met Meppel en de Meppelers, zijn wetenschappelijke benadering, zijn gevoel voor het detail en zijn gedreven historisch besef.
We noemen enkele voorbeelden: het boek Meppel en het water, zijn initiatief voor het boek Meppel in de twintigste eeuw, diverse wandelroutes door Meppel vanuit cultuurhistorisch perspectief, een fotoboek van de Meppeler fotograaf Andries van Gelder, het boek Meppel en Oranje, de uitgave Leven en werk van Jo Alting en een serie kleine boekwerkjes over allerlei onderwerpen in Meppel in samenwerking met de gemeente Meppel. Daarnaast vele artikelen en series in de Meppeler Courant. Een paar voorbeelden: de voorpublicatie in serievorm van het boek Joden in Meppel onder de titel Voor eens en altijd gescheiden, Zomerseries in de Donderdag Meppeldagbijlage van de Meppeler Courant over café's en restaurants. De met zwier en aanstekelijk plezier geschreven artikelen over de etablissementen zijn inmiddels gebundeld. Rinsema schreef vele tientallen afleveringen voor een historische rubriek in het plaatselijke nieuwsblad, een brochure over de Oranje-fotograaf Marius Meijboom. Hij redigeerde lesbrieven voor het basisonderwijs en als educatief project bij de verschijning van het boek Joden in Meppel publiceerde de Stichting Historie in Perspectief het boekje van de hand van Rinsema 80 huizen in Meppel stonden ineens leeg... met op iedere pagina een foto van een van de 80 huizen en een korte, kernachtige beschrijving van de bewoners waarin de Meppeler jeugd zich volop kon inleven. De gegevens die bleven binnenstromen waren voornaamste reden tot het initiatief van een joods digitaal monument. Hij verzorgt momenteel een rubriek over de Meppeler fotograaf Klaas van Buiten. En in zijn ‘vrije tijd’ houdt hij het fotoarchief van de gemeente Meppel bij.

Maar de tot nu toe belangrijkste uitgave blijft Joden in Meppel 1940-1945. Aan het 562 pagina’s tellend boekwerk, geïllustreerd met 150 foto’s van Meppeler joden en aangevuld met aangrijpende brieven en imposante lijsten, is ruim vier jaar gewerkt. Naast uitgebreid archiefonderzoek (NIOD, Nationaal Archief, Gemeente Meppel) werden talloze gesprekken gevoerd met overlevenden en anderen die hem hun herinneringen toevertrouwden om daarmee het verhaal over de joodse Meppelers, die nooit meer terugkeerden, aan te vullen.
Joden in Meppel completeert de oorlogsgeschiedenis van deze middelgrote stad, met destijds circa 14.000 inwoners. Het joodse verhaal over de periode ’40-‘45 was tot nu toe vrij summier, een min of meer braakliggend terrein. En dat terwijl een extreem hoog aantal, 232 personen (meer dan 90% van de totale joodse Meppeler gemeenschap), het leven liet. Alle maatregelen die hen troffen zijn zo gedetailleerd mogelijk beschreven. De registratie van joden, hun isolatie door de Duitsers en de deportatie naar een vernietigingskamp met de uiteindelijke liquidatie. In Meppel werden in één nacht 171 joodse inwoners uit hun huizen gehaald en afgevoerd. Een nauwgezet geplande operatie.
De beschrijving van dit hele proces tot en met na de oorlog (de verdeling van de boedels, de verkoop van de huizen), heeft Thijs Rinsema indringend beschreven. Hij schroomde niet de belangrijke rol van de plaatselijke overheid te belichten. Huizen werden geïnventariseerd, joden onteigend en op straat gezet, winkels in beslag genomen en hun spullen naar Duitsland afgevoerd. De Duitsers bedachten dit allemaal, de gemeente Meppel werkte van begin tot eind mee.
Een voorbeeld van de wijze waarop hij zijn nauwgezette research verwerkt tot zeer leesbare verhalen.

Het gaat over het lot van 21 Meppeler jongemannen
`In de nacht van 2 op 3 oktober 1942 werden 171 Meppeler joden uit hun huis gehaald en op de trein naar Westerbork gezet. In Westerbork werden ze verenigd met hun, uit de diverse werkkampen gehaalde, mannen, vaders en zonen om gezamenlijk verder te reizen… Maar op dat moment waren reeds 21 Meppeler jongemannen hen voorgegaan.
Eind juli 1942 was de spanning bij de joodse bevolking van Meppel inmiddels hoog opgelopen: meer dan 30 joodse mannen waren inmiddels naar werkkampen vertrokken. Hun gezinnen bleven in opperste verwarring achter. Op 17 augustus deelden de Duitsers een nieuwe mokerslag uit: 27 jongemannen moesten naar het werkkamp in Linde. Aangezien dit formeel een werkgelegenheidsmaatregel was, vervulde het Arbeitsamt in Meppel een uiterst belangrijke rol in dezen. Met name Willi Zimmermann (Deutscher Fachwerber bij het Arbeitsamt in Meppel) en de directeur van het Arbeidsbureau, J. Vlug, vormden de spil waar alles om draaide. De hieronder volgende brief van Zimmermann aan burgemeester Wisman spreekt boekdelen:
Bijgaand doe ik U toekomen transportlijsten in triplo, bevattende de namen der Joden uit Uwe gemeente, die Maandag a.s. 17 Augustus 1942 in het Jodenkamp Linde op moeten komen. De hiervoor benoodigde aanwijzingen ontvangt U van den Polizei-Offizier beim Beauftragten in Uwe Provincie. De transportlijsten in triplo dienen door den transportgeleider aan den kampcommandant te worden overhandigd. Door de Joden mogen de volgende goederen worden medegenomen: 1 koffer of rugzak, 1 paar werkschoenen, 2 paar sokken, 2 stel ondergoed, 2 stel beddengoed, 2 wollen dekens, 2 overhemden, 1 werkpak, 1 stel eetgerei (lepel, vork e.d.), 1 drinkbeker, 2 handdoeken, 3 zakdoeken en 1 pullover.
U gelieve op den dag van vertrek telefonisch aan No. 2644 toestel 02 (Gewestelijk arbeidsbureau, Meppel) op te geven, welke Joden zijn vertrokken, waarbij U tevens de redenen der niet-vertrokkenen gelieve aan te geven.

Burgemeester Wisman voerde nauwgezet uit wat Zimmermann hem opdroeg. Hij liet de geselecteerde personen (die hun vertrek twee dagen van tevoren vernamen) waarschuwen en liet eveneens noteren welke joodse mannen zich aan de tewerkstelling hadden onttrokken. Arnold A. van Esso, Benno H. van Esso, Eduard J. van Esso, Salomon Lobstein en Benjamin Mendels misten de bus die hen naar Linde zou brengen. De reden gaf hij er ook bij: verblijfplaats onbekend! Onderduik dus.
De volgende jonge mannen gingen wel: Arie Cohen, Maurits Drukker, Bernhard Frank, Natan Frank, Filip Frank, Samson Frank, Meijer Frank, Aron van Gelder, Eliazer van Gelder, Leman van Gelder, Andries Godfried, Jacob Godfried, Max Godfried, Frits Goldsteen, Benjamin Levie, Paul Reinheimer, Eduard van de Rhoer, Samuel van de Rhoer, Abraham Roos, Eddy Roos, Leman Roos, Hein Roos, Leon de Vries, Jack Wolff, Maurits Wolff, Jacob Zaligman en Levie Zaligman.'
Tijdens het onderzoek kwam steeds meer nieuwe informatie los, die op een speciale website is geplaatst. Ook daarvoor gaf Thijs Rinsema de aanzet. Deze site onder auspiciën van Stichting Joods Monument is in belangrijke mate de verdienste van Thijs Rinsema.

Rusteloos gaat hij verder zijn schrijverschap gestalte te geven. Het wachten is wellicht op zijn eerste historische roman. Thijs Rinsema richt zich niet alleen op het woord, ook het beeld heeft zijn volle aandacht. Vrijwel dagelijks is hij in de weer met het napluizen van allerhande fotoarchieven. Hij legt digitale bestanden aan waarvan hij de rijke inhoud gebruikt voor zijn publicaties.
Rinsema is met zijn kennis van de geschiedenis van Meppel die hij zowel in zijn publicaties tentoonspreidt als verbaal tijdens rondleidingen, lezingen en als co-commentator op tv tijdens het koninklijk bezoek aan Meppel op 30 april 2002 een ambassadeur van de stad. De Henk Boerwinkel Cultuurprijs zou in dit kader ook gezien kunnen worden als toekenning van het ereburgerschap van zijn Meppel.